Wetenschappelijk onderzoek

Om ook in de toekomst de prenatale screening (zoals de NIPT, maar ook de 13- en 20 wekenecho) verder te kunnen ontwikkelen en verbeteren, is het nodig wetenschappelijk onderzoek te blijven doen. Daarvoor zijn gegevens nodig, zoals uitslagen van de NIPT, de echo-onderzoeken of gegevens vastgelegd tijdens het counselingsgesprek. Maar ook het bloed dat overblijft nadat de NIPT test is uitgevoerd. 

De gegevens en het bloed mogen niet zomaar worden gebruikt. In de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de privacywet staat dat de zwangere toestemming moet geven voor het gebruik van haar gegevens en het bloed voor wetenschappelijk onderzoek. 
Tijdens het counselingsgesprek wordt aan u gevraagd of u toestemming geeft voor het gebruik van uw gegevens voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt door de verloskundig hulpverlener in uw dossier vastgelegd. 
Het gaat om de gegevens die in de landelijke database voor prenatale screening staan over de counseling, de NIPT, de 13-wekenecho, de 20-wekenecho, eventuele vervolgonderzoeken en de uitkomst van de zwangerschap. Het kan ook gaan om echobeelden. 
Kiest u voor de NIPT, dan wordt ook gevraagd of u toestemming geeft voor het gebruik van het bloed wat overblijft voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek. 
Alle gegevens en bloedmonsters worden anoniem gebruikt. Dit betekent dat de onderzoeker niet weet van wie de gegevens of de bloedmonsters afkomstig zijn. 

Patiënten gezocht voor wetenschappelijk onderzoek

Omdat het Echocentrum Slingeland continu aan de kwaliteit werkt wordt regelmatig meegedaan aan wetenschappelijk onderzoek en krijgen de medewerkers scholing in de vorm van lezingen, patiënttevredenheidsonderzoeken en praktijktrainingen.

Het kan zijn dat de verloskundige of echoscopist u benadert om een vragenlijst in te vullen of mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek. Uiteraard beslist u zelf.

Voor de praktijktrainingen zijn we regelmatig op zoek naar zwangere vrouwen die ongeveer één uur willen meewerken als zogenoemd 'levend studiemateriaal'. De echoscopisten krijgen dan praktijkles. Als u interesse hebt om hieraan mee te werken, is het belangrijk dat u vóór de lesdag al een 13-wekenecho of 20-wekenecho hebt gehad.