Borstvoeding geven op de kinderafdeling

Soms zijn er omstandigheden waardoor de baby tijdelijk in de couveuse moet worden verpleegd, bijvoorbeeld als de baby te vroeg geboren is. Alles verloopt dan anders dan verwacht.
De baby ligt in een glazen couveuse en mag als zijn situatie dat toelaat er af en toe even uit om bij u te knuffelen (kangaroeën). Dit zijn belangrijke momenten voor zowel de ouders als de baby. U kunt elkaar dan voelen en aanraken, wat heel belangrijk is voor het hechtingsproces.

Zodra het kan, gaat de baby bij de moeder aan de borst, maar dit kan niet altijd al op de eerste dag. Een baby die bijvoorbeeld door een ‘slechte start' in de couveuse ligt, moet eerst bijkomen van de bevalling en zich weer wat beter gaan voelen. Soms krijgen deze baby's hun eerste voedingen via een neussonde en is aan de borst drinken pas op de tweede of derde dag mogelijk. Tot de baby aan de borst kan, zal de moeder haar melk gaan afkolven. Enerzijds om de productie van melk te stimuleren, anderzijds om zodra het maar even kan de baby wat moedermelk te geven.

De verpleegkundigen van de kinderafdeling helpen u om u te leren uw baby aan de borst te laten drinken. Ook is er meerdere keren per week een lactatiekundige aanwezig op de kinderafdeling.