Ligging van het kind in de baarmoeder

Na ongeveer 35 tot 36 weken zwangerschap liggen de meeste kinderen vanzelf met het hoofdje naar beneden (hoofdligging) in de baarmoeder. Soms ligt het kind rond deze tijd (nog) met het hoofd bovenin de baarmoeder (stuitligging) en met de billen of de voeten naar beneden. Met een uitwendige echo wordt de ligging van de baby gecontroleerd. Uw verloskundige of gynaecoloog maakt doorgaans zelf een echo om de ligging van de baby te beoordelen. Soms wordt u door de verloskundige of gynaecoloog verwezen naar het Verloskundig Echocentrum Slingeland en wordt dit onderzoek verricht door de echoscopist, meestal in combinatie met een groeiecho in dezelfde periode van de zwangerschap. Deze echo wordt op medische indicatie gemaakt en wordt door uw zorgverzekeraar vergoed.

Als er sprake is van een stuitligging bij 35 tot 36 weken zwangerschap zal uw gynaecoloog de mogelijkheid van het draaien van de baby naar hoofdligging met u bespreken.