Overgewicht en zwangerschap

Overgewicht verhoogt de kans op complicaties tijdens de zwangerschap of de bevalling, zoals een hoge bloeddruk, zwangerschapsdiabetes of een baby met een hoog geboortegewicht. Ook kan het lastiger zijn om de ligging en de verwachte grootte van de baby te bepalen. Het maken van een echo (zowel in het begin van de zwangerschap, bij de 20-wekenecho, en later in de zwangerschap) kan moeilijk zijn, doordat vetweefsel echogolven tegenhoudt. De uitslag van de echo is daarom ook minder betrouwbaar dan bij vrouwen met een gezond gewicht.

BMI bepalen

Om een inschatting te maken van het risico op complicaties tijdens de zwangerschap wordt de BMI bepaald. De BMI is de verhouding tussen lengte en gewicht. Dit wordt berekend door het gewicht in kilo's te delen door de lengte in meters in het kwadraat. Dit getal ligt ideaal gezien tussen de 18,5 en de 25. Voorbeeld: de BMI van iemand van 1.70 meter lang die 65 kilo weegt is 65 / (1,7x1,7) = 22,5. Dit is dus een goed gewicht.
Om de BMI te bepalen wordt bij het eerste gesprek op de polikliniek uw lengte opgemeten en uw gewicht gecontroleerd. Deze BMI wordt als uitgangspunt genomen voor de verdere begeleiding tijdens de zwangerschap. Bereken uw bmi

Extra controles bij een hoge BMI

Als de BMI tussen de 25 en 30 ligt is er sprake van overgewicht. De kans op complicaties is dan nauwelijks verhoogd en er hoeven geen extra controles plaats te vinden. De bloeddruk wordt bij iedere zwangere standaard (dus ongeacht uw gewicht) gemeten bij elke controle.

Indien de BMI boven de 30 ligt, wordt er een test op zwangerschapssuikerziekte uitgevoerd (de glucosetolerantietest, tussen 24 en 28 weken) en worden er extra groeiecho's afgesproken, omdat dit zonder echo lastiger in te schatten is. Deze echo's worden rond 28, 32 en 36 weken zwangerschap gemaakt. Als u bij een verloskundige onder controle bent, zal die u voor deze onderzoeken verwijzen naar een echocentrum.

Bij een BMI boven de 35 is het niet meer verantwoord om thuis te bevallen. De kans op complicaties (zoals een zware baby en veel bloedverlies) neemt toe, waardoor een bevalling moeizamer kan verlopen. Mocht u veel bloed verliezen na de bevalling, dan kost het veel tijd om alsnog naar het ziekenhuis te gaan. Er gaat dan tijd verloren, die juist op zo'n moment erg kostbaar is. U kunt wel poliklinisch (met uw eigen verloskundige) in het ziekenhuis bevallen. De verloskundige komt eerst bij u thuis en zal, als de bevalling goed doorzet, meegaan naar het ziekenhuis. Als alles verder goed verloopt, kunt u weer snel naar huis. Omdat de bevalling in deze situatie op medische indicatie in het ziekenhuis plaatsvindt, hoeft u geen eigen bijdrage te betalen.

Bij de gynaecoloog onder controle

Indien de BMI boven de 40 ligt, is er sprake van morbide (ernstige) obesitas. In dat geval is de kans op complicaties zo sterk verhoogd, dat het beter is dat de zwangerschap in het ziekenhuis onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog gecontroleerd wordt. De bevalling vindt dan ook in het ziekenhuis plaats. Bent u bij een eerstelijns verloskundige voor een intakegesprek geweest, dan zal die u in dit geval verwijzen naar het ziekenhuis.